Menu Sluiten

Ik heet Henk (jôh lul)

Roman over het onvoltooide leven van ‘Henk’ en hoe elke vrouw in zijn leven zijn pad verlegt. Vriendschap, liefde en de zoektocht in het leven eindigt door enkele fatale keuzes.

‘Let je wel een beetje op ‘m.’ Dat zeiden de Griekse obers toen we weggingen uit het o zo gezellige Rhodos. Het eiland waar ik samen met Henk zijn liefdesverdriet moest verwerken. ‘Het is een kwetsbare jongen.‘ Dat hadden ze goed door. De mensenkennis van de horecaman. Eén week op Rhodos en elke avond naar de zelfde kroeg aan de overkant. Hoe het eiland er verder uitzag? Geen idee. Ja, we waren één keer naar Rhodos-stad geweest. Op een vol plein stapte ik op een steen en liet een scheet. ‘Hee, die steen kraakt.’ Henk trapte op dezelfde steen en liet een knetterde fart. ‘Índerdaad.’ We deelden elkaar humor. Tien jaar later was hij dood. Ik heb niet goed op hem gelet.

Henk noemde zich vaak Henk in plaats van zijn eigen naam. Dat was grappig. Bijvoorbeeld als we een tafeltje in een restaurant reserveerde. Henk hield ook van laserquesten. En oud zwembad was omgebouwd tot laserquest paradijs. Henk wou daar altijd naartoe. Je moest je naam opgeven en na afloop kon je op een scorebord zien hoe hoog je was geëindigd. Glunderend keek hij me dan met z’n kleine kraaloogjes aan. Henk stond weer bovenaan. Ook als we op meidenjacht waren, iets wat eigenlijk nooit voorkwam, of als we gewoon mensen in de zeik wilde nemen, heette Henk Henk. Als ik dan per ongeluk hem bij zijn werkelijke naam noemde beet hij me toe:’Ik heet Henk joh lul! Waarna hij weer vrolijk met zijn verhaal doorging.